Blog

maandag 28 april 2014

Gevangenschap in plaats van terugkeer in de vrije natuur voor orka Morgan

Orka Morgan werd in juni 2010 ernstig verzwakt aangetroffen in de Waddenzee. Nadat pogingen om haar naar zee te geleiden mislukten, is zij naar het Dolfinarium in Harderwijk gebracht om te herstellen. Nadat zij was hersteld is orka Morgan niet vrij gelaten, maar eind november 2011 met toestemming van de staatssecretaris van Economische Zaken overgebracht naar het grotere Loro Parque op Tenerife.

Stichting Dolphinmotion en Stichting Sea First waren het hier niet mee eens. Zij vonden dat Morgan moest terugkeren in de vrije natuur. Op 23 april 2014 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State geoordeeld dat de toestemming die de staatssecretaris van Economische Zaken heeft verleend voor het overbrengen van orka Morgan naar Tenerife, rechtmatig is.

De Raad van State is van oordeel dat orka Morgan mocht worden overgebracht naar Tenerife, omdat in dit geval 'niet kan worden gezegd dat een voldoende realistisch, bevredigend alternatief bestaat'. De terugkeer in zee via het Morgan Release Plan die beide stichtingen willen, is geen 'andere bevredigende oplossing'. De Raad van State heeft mee laten wegen dat de familiegroep van Morgan niet is getraceerd en dat ze behoort tot een orkasoort met een strikt sociale structuur. Ook vond de Raad van State van belang dat Morgan jong is en is niet zeker dat zij in haar eigen voedselbehoefte zal kunnen voorzien.

De Raad van State heeft het niet van belang geacht dat de meeste deskundigen zich achter het Morgan Release Plan scharen. Met dit plan zou Morgan stapsgewijs in vrijheid kunnen worden gelaten via een grote seapenn in haar natuurlijke omgeving in Noorwegen. Ook het oordeel van deskundigen dat dit in ieder geval op wetenschappelijke en humanitaire gronden een meer bevredigende oplossing zou zijn dan vervoeren naar het Loro Parque heeft de Raad van State niet van belang geacht. 

De Raad van State acht het verder niet van belang dat Loro Parque op Tenerife commerciĆ«le activiteiten ontplooit, waarbij de orka's voor menselijk vermaak worden geĆ«xploiteerd. Volgens de Raad van State maakt dit  het park niet ongeschikt voor Morgan. Dat het park ruime ervaring heeft met het houden van orka's en doet aan onderzoek en onderwijs acht de Raad van State van doorslaggevend belang. Voor zover de stichtingen van mening zijn dat Morgan niet goed wordt behandeld in Loro Parque, is de Raad van State van oordeel dat de huidige gezondheid van Morgan niet ter beoordeling staat in deze juridische procedure.

De uitspraak zal een grote teleurstelling zijn voor de stichtingen, de deskundigen die voor het Morgan Release Plan zijn en alle steunbetuigers uit binnen- en buitenland die bij de zitting aanwezig waren. Orka Morgan is met steun van de Nederlandse overheid veroordeeld tot een leven in gevangenschap.

Bron: uitspraak orka Morgan 23 april 2014.  Persbericht: persbericht orka Morgan

maandag 14 april 2014

Niet kunnen betalen griffierecht, toch toegang tot de rechter

Om naar de rechter te mogen moet griffierecht worden betaald. Wanneer het griffierecht niet (op tijd) wordt betaald zal normaal gesproken een niet-ontvankelijk verklaring volgen. De zaak wordt dan niet inhoudelijk behandeld. Dit is anders wanneer iemand het griffierecht aantoonbaar niet kan betalen en daardoor niet naar de rechter kan. Dit is al eerder door de Raad van State beslist (ABRvS 6 maart 2013):

"2.2. In het algemeen kan worden aangenomen dat de regeling in het bestuursrecht over heffing van griffierecht, inclusief de thans daarbij behorende bedragen aan griffierecht, van dien aard is dat rechtzoekenden daarmee de toegang tot de rechter niet wordt ontnomen.
2.3. Dit laat echter onverlet dat zich gevallen kunnen voordoen waarin heffing van het ingevolge de wet verschuldigde bedrag aan griffierecht het voor de rechtzoekende onmogelijk, althans uiterst moeilijk maakt om gebruik te maken van een door de wet opengestelde rechtsgang. In een dergelijk geval kan de hiervoor in overweging 2.1 bedoelde, door de wetgever beoogde, afweging naar haar aard niet plaatsvinden. Mede gelet op het belang dat in een rechtsstaat toekomt aan de toegang tot een onafhankelijke rechterlijke instantie, welk belang mede ten grondslag ligt aan artikel 6 van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden en artikel 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie, kan daarom in een dergelijk geval ook buiten de werkingssfeer van de genoemde artikelen niet worden aanvaard dat een (hoger) beroep wegens het niet betalen van griffierecht niet-ontvankelijk wordt verklaard. Binnen het kader van de hier toepasselijke wettelijke regeling kan dit worden bereikt door aan te nemen dat de betrokkene in deze gevallen met het achterwege laten van een betaling van griffierecht niet in verzuim is, als bedoeld in artikel 51, vierde lid van de Wet op de Raad van State."

Nu heeft de Hoge Raad hetzelfde beslist. In deze belastingzaak stond vast dat het (gezamenlijke) inkomen van de belanghebbende en zijn echtgenote bestond uit een netto WWB-uitkering van € 1033,49 per maand, waarop maandelijks een bedrag van € 133,64 werd ingehouden in verband met een daarop gelegd beslag en dat hun vermogenspositie negatief was. Zij hadden het griffierecht niet betaald, omdat ze niet in staat waren om het griffierecht te betalen. In zo'n geval wordt een zaak toch inhoudelijk door de rechter behandeld.

Bron: Hoge Raad 28 maart 2014